DE INRICHTING VAN HET AT.TEHSCHE STAATSBESTUUR ONDER HET SULTANAAT - DOOR K. F. H. VAN L A N G E N

 Het doel van dit opstel is een beeld te geven der staatsinstellingen ouder het voormalige sultanaat.

Als bronnen hebben gediend:

1. de adat Makota Alam;

2. een serkata (bevelschrift) uitgevaardigd door sultan Sjamsoel

Alam;

3. nota's van den gewezen Assistent-Resident van Groot-Atjeh ft. 0. Kroesen;

4. de memorie van toelichting van Mr. T. H. Der Kinderen op de ordonnantie van 14 Maart 1881 betrekkelijk de rechtspleging onder de inheemsche bevolking van Groot-Atjeh;

5. persoonlijke aanteekeningen omtrent de volksoverlevering, enz.;

6. de verder in de noten aangehaalde werken.

Ken incompleet origineel van de adat Makota Alam en de serkata van sultan Sjamsoel Alam werden bij de vermeestering van de Mesdjid te Indrapoeri in 1879 onder de door de Atjehers achtergelaten //kitabs// gevonden.

Ongelukkiger wijze gingen beide documenten bij eene groote overstrooming in 1886 verloren en bleven slechts transcriptiën er van behouden, die als bijlagen A en B achter dit opstel zijn gevoegd. Evenals alle belangrijke Atjehsche staatsstukken zijn zij in het Maleisch gesteld, welke taal, zooals bekend is, in het Atjehsche rijk als de officieële werd gebezigd.


Comments